Bronsweg 9 | 8211 AL | Lelystad | +31 (0)6 15838127 | dklelystad@eduvet.nl​ | Openingstijden: 09:00 – 17:00
Eduvet Dierenkliniek Lelystad

Eerstelijns patiëntenzorg

Castratie hond Lelystad

Neem contact op

Uw hond laten castreren: het heeft veel voordelen, maar ook enkele nadelen. Lees hier alles over deze ingreep, zodat u een weloverwogen beslissing kunt maken. Wilt u direct aan afspraak maken voor een castratie in Lelystad? Neem contact met ons op. 

Wat is castreren?

Bij een castratie worden de zaadballen van de reu of de eierstokken bij een teef operatief verwijderd. Hierdoor wordt uw hond onvruchtbaar. De operatie gebeurt onder volledige narcose. Een sterilisatie is iets anders dan een castratie. Bij een sterilisatie worden de zaad- of eileiders slechts onderbroken. Dit is minder ingrijpend voor uw hond, maar bij reuen brengt dit geen gedragsveranderingen teweeg omdat de zaadballen geslachtshormoon blijft produceren. Bij de teef is dit sterk afgeraden aangezien dan de meeste voordelen van castratie weg zijn. In de volksmond spreken we bij de teef over sterilisatie maar bedoelen we daar altijd castratie mee. Een term die tegenwoordig vaak gebruikt wordt, om verwarring te voorkomen, is neutralisatie.

Voordelen castratie

Het laten castreren van uw hond kan een aantal voordelen hebben.
Een reu:

  • wordt aangenamer in de omgang: hij vertoont minder dominant gedrag en is minder fel naar andere honden;
  • krijgt geen voorhuidontsteking meer;
  • reageert minder op loopse teven;
  • markeert minder met urine.

Ook verkleint castratie de kans op vergroting of ontsteking van de prostaat.

Een teef:

  • wordt niet meer loops en kan niet meer drachtig worden;
  • krijgt geen baarmoederontsteking meer;
  • heeft minder kans op melkkliertumoren (borstkanker);
  • heeft minder risico op suikerziekte;
  • heeft geen last meer van schijnzwangerschap.

Nadelen castratie

Een castratie kan ook nadelen hebben. De kans op overgewicht neemt toe en er is een risico op incontinentie (urine niet meer goed kunnen ophouden). Ook is een castratie definitief: de ingreep kan niet teruggedraaid worden. Het risico op incontinentie verschilt per ras. Meestal zijn grote hondenrassen er gevoeliger voor dan kleinere hondenrassen. En hoe jonger u uw hond laat castreren, hoe groter de kans op incontinentie. Als uw hond incontinent wordt, dan is dit voor het leven. Medicijnen kunnen dit alleen verminderen.

Alternatieven voor castratie

Het alternatief voor een reu is chemische castratie. Dit kan via een implantaat of hormooninjectie. Een implantaat maakt uw reu zes tot twaalf maanden onvruchtbaar door een stofje af te geven dat het mannelijk geslachtshormoon onderdrukt. We brengen dit implantaat, net als een identificatiechip, onderhuids aan met een dikke naald. Een hormooninjectie onderdrukt de vruchtbaarheid van uw reu slechts vier weken. Beide manieren kunnen een goed voorbeeld geven van hoe een operatieve castratie het gedrag van uw hond zou kunnen veranderen.

Leeftijd

De leeftijd waarop u uw hond kunt laten castreren is afhankelijk van het geslacht. Een teef loopt een groter risico op incontinentie als u haar (te) jong laat castreren. Wij adviseren haar drie maanden na haar eerste loopsheid te laten opereren. Door te wachten tot na de eerste loopheid verminderen we de kans op het ontstaan van incontinentie op latere leeftijd en hebben we het optimale effect voor het tegen gaan van melkkliertumoren. U kunt de eerste loopsheid verwachten op een leeftijfd van zes maanden tot een jaar oud. Een reu is op een leeftijd van zeven à acht maanden geslachtsrijp. U kunt hem best laten castreren op een leeftijd van ongeveer zes maanden. In enkele gevallen zullen wij u adviseren om uw reu eerst eenmalig chemisch te castreren met de onderhuidse chip. Hierdoor kunnen we zien of het castreren geen nadelig effect heeft op uw dier. Dit is vooral bij heel erg onzekere en bange reuen.

Nazorg

Direct na de castratie

Na de operatie houden wij uw hond een aantal uur ter observatie in onze praktijk. We wachten tot hij goed wakker is en zelfstandig kan lopen. Als dit goed gaat mag hij weer naar huis. Eenmaal thuisgekomen mag uw hond alleen drinken. Zorg ervoor dat er maar een klein beetje water in de waterbak aanwezig is. ’s Avonds mag hij een klein beetje eten, ongeveer een vierde van wat hij normaal krijgt. Na de ingreep kan uw hond namelijk misselijk zijn van de narcose en er is nog gevaar op verslikken.

Dag na de castratie

De dag na de operatie mag uw hond weer normaal eten. Ook geeft u uw hond de eerste paar dagen na de operatie pijnstillers. Het is van belang dat u de dagen na de castratie goed op uw hond let. Sufheid van de narcose is normaal, maar hij moet wel goed op u blijven reageren. Daarnaast moet zijn slijmvliezen mooi roze zijn (te zien aan de binnenkant van de bek). Reageert uw hond erg sloom? Wil hij niet eten/ drinken? Neem dan contact met ons op.

Tot twee weken na de castratie

De wond hechten wij doorgaans onderhuids, waardoor de hechtingen niet verwijderd hoeven worden. Soms hebben we toch een hechting aan de buitenkant nodig. Graag zien wij u en uw dier op 10 dagen na de operatie ter controle van de wond en het eventueel verwijderen van de (buiten) hechtingen. Om te voorkomen dat uw hond aan de wond zit, moet hij een kraag om of een speciaal broekje/pakje aan. Houd uw hond de eerste 14 dagen zo rustig mogelijk, laat hem/haar aan de lijn uit en laat hem/haar zeker niet zwemmen. Zo kan de wond goed genezen.

Aanpassen voedingspatroon

Na een castratie gaat de energiebehoefte van uw hond omlaag. Het is verstandig het voedingspatroon hierop aan te passen. De hoeveelheid voer dat u geeft kunt u met circa 25% verminderen. Blijf wel goed op de voedingstoestand van uw hond letten en en pas zo de hoeveelheid aan.